Dit jaar worden er op de demovelden van KVA aanvullende metingen gedaan om een indruk te krijgen van de prestaties van GWM onder praktijkomstandigheden op grasland. Gemeten worden de opbrengst en voederwaarde van de eerste twee sneden, de botanische samenstelling van de zode, en de bodemverdichting.
De metingen geven inzicht in mogelijke verschillen in effecten van de toediening van Groene Weide Meststof (GWM) vergeleken met korrelkunstmest. Een sterk punt van deze metingen is dat ze op zes tot negen verschillende praktijkpercelen worden uitgevoerd. Hierdoor zijn de resultaten robuuster dan wanneer op één of twee proefvelden wordt gemeten. Inmiddels zijn de meeste metingen uitgevoerd. De resultaten worden momenteel geanalyseerd en later dit jaar bekendgemaakt.
Aanvulling op grashoogtemetingen
De demovelden van KVA op grasland bestaan uit een praktijkperceel dat is opgedeeld in twee helften. De ene helft krijgt sinds 2018 GWM toegediend, de andere helft een korrelkunstmest. Deze korrelkunstmest is zodanig samengesteld (geblend) dat er evenveel stikstof, kali en zwavel wordt toegediend als met de GWM. Vanaf de start van de demovelden is per snede al de grashoogte gemeten, om een indruk te krijgen van verschillen in grasopbrengst. Deze metingen worden nu dus aangevuld en uitgebreid. Daarnaast is de nulmeting (voorafgaande aan bemesting) van de voorraad minerale stikstof in drie bodemlagen uitgevoerd. Na de laatste snede wordt deze bemonstering herhaald. Wageningen Livestock Research en Unifarm voeren de aanvullende metingen uit, het Melkveefonds tekent voor de financiering.